IN DIENST BIJ DE KLU
Nadat er een bescheiden begin gemaakt was met de heropbouw van de
Nederlandse Luchtstrijdkrachten na de tweede Wereldoorlog, werd Woensdrecht
aangewezen als vliegbasis voor de eerste vliegopleiding. In augustus 1946
werd daarvoor als uitvoerend luchtmachtonderdeel de EVO (Elementaire
Vliegopleiding) opgericht. Deze werd uitgerust met Tiger Moths, waarvan er
56 uit RAF-surplusvoorraden waren overgenomen. Al spoedig keek men uit naar
een modernere trainer. Fokker was juist met het ontwerp van de S-11 op de
markt gekomen. De aandacht richtte zich op de S-11 en eind 1949 bestelde de
Luchtmacht 25 exemplaren. In de periode 1952-1953 werden er nog 14 besteld.
Na een aantal testvluchten werden de toestellen van Schiphol naar
Woensdrecht overgevlogen. De toestellen werden met een geel gespoten romp
geleverd. Aanvankelijk waren de aluminium vleugels blank gelaten, maar
uiteindelijk werden ook deze geel gespoten.
Na de indienstneming
van de S-11 bij de KLu (Koninklijke Luchtmacht) staken een aantal problemen de kop op. Naast een gebrek aan
reserveonderdelen had men te kampen met klemmende schuifkappen, moeilijkheden met radio's
en accu's, het ontbreken van verwarming (later zelf door de KLu aangebracht) en een zwak
landingsgestel dat weinig zijdelingse belasting kon verdragen en gevoelig was voor
corrosie. De
zelfregulerende Aeromatic propellers begonnen in de jaren '60 van de twintigste eeuw
verouderings- verschijnselen te vertonen waardoor er zelfs twee maal een
propeller in de
vlucht afbrak. Door de diverse modificaties liep het gewicht van de S-11 sterk op.
Hierdoor werden de gegarandeerde prestaties niet meer gehaald en werden er zelfs
beperkingen in het vliegprogramma ingesteld (met name betreffende de uitvoering van
kunstvluchten). Ondanks dat de loopbaan van de S-11 bij de KLu niet vlekkeloos verliep en
men de handen vol had aan het onderhoud, werd het als een prettig toestel ervaren om mee
te vliegen. In 1971 werd de
vliegopleiding van de KLu naar Canada overgeplaatst. De rol van de S-11 was hierdoor
grotendeels uitgespeeld. In 1972 tot 1973 werden alle S-11's van de Luchtmacht verkocht.
Twee toestellen gingen naar het Aviodome en het Luchtmachtmuseum.