ROLROEREN

De hoofdligger van het rolroer wordt gevormd door een plaatligger met omgezette randen. De beplating van de neus vormt met deze ligger een torsiekoker. Achter de ligger bestaat het roer uit dural ribben met een eindlijst, en dit gedeelte is bekleed met doek. De beslagen aan de uiteinden van het roer zijn met bouten aan de ribben vastgezet. Het middelste ophangpunt is geklonken tussen twee neusribben. Tevens is hieraan een uithouder voor de aandrijving bevestigd. Het roer is statisch gebalanceerd. Met bouten is de hefboom van het balansgewicht bevestigd aan het middelste beslag.

De rolroeren worden vanuit de stuurhut bediend met de stuurknuppel.

TECHNISCHE GEGEVENS

Oppervlak per roer : 0,982 m2
Uitslag naar boven / beneden : 22°30' / 24°30'